Als ze zijn doorgelopen pak ik er ook een. Lekker. Denk ik. Was er zelf niet opgekomen.
De man in de supermarkt roept zijn zoontje. "Wat mot je nou voor op je brood?" De jongen, een jaar of twaalf, te dik, zwart trainingspak en een petje, kijkt zijn vader aan. Chagrijnig antwoordt hij: "Ik hoef niks". Vader neemt daar geen genoegen mee. Hij kent zijn zoon en gooit een stuk of zes huzarenslaatjes in het karretje.
Als ze zijn doorgelopen pak ik er ook een. Lekker. Denk ik. Was er zelf niet opgekomen.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
SchrijvenSchrijven is het ordenen van mijn gedachten en het delen van mijn hersenspinsels. Dagblokken
Juli 2020
Categories |